zaterdag 17 november 2012

Zo krijgen brandowners beter grip op externe winkelvloeren

Zoals in eerdere blogs al aangetoond, is EDI inmiddels een niet meer weg te denken methode voor de 'frontrunners' in de fashionketen. Er zijn echter nog vele uitdagingen te gaan. Zo doen nog lang niet alle partijen mee en bestaat er nog veel onduidelijkheid en spraakverwarring. Vandaar ook deze fashionEDI blogs.

Het invoeren van EDI aan de kant van brandowners heeft een offensieve dan wel een defensieve achtergrond. Als het gebeurt onder druk van een retailer, dan is dat defensief oftewel reactief. Steeds meer brandowners zien echter de noodzaak van hun betrokkenheid op de externe winkelvloeren en willen daarom proactief doorverkoopcijfers vanaf de winkelvloeren van hun key accounts binnenhalen. Meten is weten. Analyseren is nodig en actief meesturen op de winkelvloer teneinde een hogere omloopsnelheid en een betere win-win positie te behalen is het uiteindelijke doel (whitepaper Change in Fashion).

Veel brandowners die inmiddels via EDI dagelijks sales reports (SLSRPT) van winkelvloeren binnenkrijgen zijn echter nog niet in staat om die data te vertalen naar goede sturingsinformatie. Hun ERP systemen zijn wholesale systemen en niet geschikt voor analyse van retaildata. BI-tools en Excel verwerkingen werken op den duur niet vanwege de hoeveelheid data (1 bericht per winkelvloer per dag) en het gebrek een retail know-how. In dit blog schets ik een methode die in de praktijk van brandowners beproefd is en relatief goedkoop is, doordat de methode gebaseerd is op standaard 'in the cloud'-tools.

De brandowner creëert per winkelvloer die hij wil monitoren een virtuele shopfloor in een retail management systeem (RMS) zoals bijvoorbeeld StoreInfo van SRS. Dit is een voorbeeld van een RMS dat 'in the cloud' draait, standaard is, geen installatie ter plekke behoeft en de hier genoemde EDI berichten standaard en automatisch kan verwerken. In dit systeem hoeft geen data ingevoerd te worden, aangezien alle transacties automatisch via EDI verwerkt worden. StoreInfo biedt de brandowner een actuele view op de externe winkelvloeren. Inclusief de KPI's als omloopsnelheden en rendementen per vierkante meter. Ook andere RMS-en zijn echter mogelijk.
Zodra de brandowner goederen levert aan een winkelvloer, dan verzendt de brandowner vanuit zijn ERP systeem een elektronische pakbon (DESADV) met de aantallen per EAN-code naar de retailer. De retailer heeft eerder al de price catalog (PRICAT) verwerkt met de prijzen per EAN-code. De eBiss (het EDI tool van de brandowner) maakt een kopie van elke DESADV en sluist die door naar StoreInfo als voorraadophoging van de betreffende virtuele winkelvloer. Zodra producten op die winkelvloer verkocht zijn, stuurt de retailer een SLSRPT naar de brandowner. Dat bericht wordt door eBiss doorgesluisd als omzet en dus als afboeking van de voorraad van de betreffende virtuele winkelvloer in StoreInfo. Alles op SKU niveau (artikel, kleur, maat). Zodra de retailer een fysieke inventarisatie heeft gedaan en deze kenbaar maakt middels een inventory report (INVRPT) aan de brandwoner, dan sluist eBiss ook dat bericht door naar StoreInfo als overschrijving van de actuele voorraad per EAN-code van de betreffende virtuele winkelvloer.
Zodoende heeft de brandowner in zijn StoreInfo systeem te allen tijde een actueel en gedetailleerd inzicht in de voorraadmutaties en KPI's per virtuele winkelvloer. En dat zonder manuele invoer.

Voor de NOOS artikelen kan in StoreInfo per EAN-code een min/max voorraad worden ingesteld (per artikel, kleur, maat) voor elke virtuele winkelvloer. StoreInfo kan zo ingesteld worden dat er per week automatisch een order per winkelvloer gegenereerd wordt met de aantallen per EAN-code, welke order als EDI bericht (ORDERS) via eGate en eBiss automatisch in het ERP systeem van de brandowner terecht komt. Handsfree replenishment leidt tot verhoging van de omloopsnelheid (sneller, minder fouten, niet afhankelijk van een persoon die toevallig ziek of op vakantie is).

Waar een traditioneel retail management systeem de retailer een overzicht biedt over alle merken in zijn winkels, biedt de hier geschetste methode de brandowner een overzicht van zijn verkopen en voorraden op de winkelvloeren van zijn klanten die op EDI zijn aangesloten. En dat zonder enig handmatig werk.

Niet makkelijk om dit zo 1-2-3 voor al je klanten op te zetten, maar wel een extra motivatie om serieus in te zetten op EDI. Uiteinelijk zal je als brandowner toch beter grip moeten krijgen op je externe winkelvloeren en daar ook in mee willen denken en in mee willen sturen. De tijd dat 100% van het risico bij de retailer hoort te liggen is namelijk voorbij.

Veel succes met het zoeken naar de juiste win-win modellen middels ketensamenwerking. EDI is daarbij niet meer dan een technische randvoorwaarde. Inzet van de juiste tools en de juiste flow van berichten maken de risico's goed beheersbaar.

donderdag 1 november 2012

Nieuwe, spraakmakende shop-in-shop concepten bieden nieuwe kansen

Al tien jaar roepen we dat de fashionmarkt moet veranderen. Pas in deze crisistijd zien we dat de bereidheid (of lees de noodzaak) tot verandering ook daadwerkelijk gestalte begint te krijgen. In dit blog geef ik drie voorbeelden van fashion retailers met spraakmakende shop-in-shop concepten die nu in voorbereiding zijn en komend voorjaar hun deuren zullen (her)openen.

Voorbeeld 1: Mannenmodeketen Only for Men (8 winkels in Noord Brabant en Gelderland) opent in het voorjaar van 2013 een 1.300 vierkante meter grote winkel in de voormalige exercitieloods van Doesburg (zie foto); de grootste winkel van Only for Men tot nu toe. Een ander concept ook: mannenmodemerken met elk een shop-in-shop. Kenmerkend daarvoor: een nauw samenspel tussen merk en retailer met gedeelde risico's en gedeelde belangen. Streven naar win-win voor beiden. Met de leveranciers zijn afspraken gemaakt om dit project voor beide kanten zo snel mogelijk rendabel te maken. 

Voorbeeld 2: SKM te Aartselaar, de grootste merkenmodezaak van België, is een gerenommeerde kledingwinkel van meer dan 5.000 m2 groot, waar de kleding als vanouds per productcategorie gepreenteerd wordt (jassen bij jassen, broeken bij broeken). Afdeling na afdeling wordt momenteel omgebouwd tot shop-in-shops per merk. Ook hier een combinatie van conseignment en VMI. SKM ondergaat een metamorfose en is vanaf februari 2013 een geheel andere beleveniswereld, waar merken en retailer intensief samenwerken aan een gezamenlijk rendement.

Voorbeeld 3: Brova bouwt enkele Duthler vestigingen om naar HoutBrox, wederom volgens het shop-in-shop principe. Momenteel vinden de gesprekken plaats tussen Brova en merkleveranciers. Wie krijgt welke vierkante meters en tegen welke voorwaarden? Ook hier een combinatie van conseignment en VMI.

Het is een spel van geven en nemen tussen de betreffende retailer en de merken, op zoek naar nieuwe evenwichten in de keten. De vierkante meters worden nu verdeeld. Maar er zijn wel voorwaarden aan verbonden. Eén van die voorwaarden is ketensamenwerking. EDI en gestandaardiseerde EAN-codes zijn daarbij een randvoorwaarde. Pre priced aanlevering per filiaal is een groot voordeel en leidt tot meer snelheid en een hogere efficiency. GS1 Opinie publiceerde afgelopen week een artikel met een soortgelijke trend onder de kop: 'Modesector omarmt verticale model'.

Merken die dit spel al eerder gespeeld hebben (bij Maison de Bonneterie, V&D, Breuninger of de Bijenkorf bijvoorbeeld) hebben een voorsprong. Merken die nog geen EDI hebben ingevoerd realiseren zich niet altijd dat de orders die inmiddels geschreven zijn, via EDI in het systeem van de retailer terecht dienen te komen. Voor de heropening van deze winkels in februari 2013, worden de merken geacht de goederen via EDI aan te melden. Vanaf dan worden de leveranciers per EAN-code via EDI geïnformeerd over de verkopen (aantallen en gerealiseerde opbrengsten) en de voorraden. Zonder EDI is de informatie niet tijdig en/of niet gestructureerd bij de business partner en kan het spel niet effectief gespeeld worden.

Al met al mooi om te zien dat retailers juist in deze roerige tijden innovatief bezig zijn en durven te investeren in een nieuwe winkelconcepten. Het is aan de consument en aan de merken hoe hierop te reageren. Merken verliezen al geruime tijd vierkante meters doordat er steeds meer multibrand retailers wegvallen. Wat hier gebeurt is tegendraads; hier ontstaan juist duizenden nieuw te vergeven vierkante meters. Laat deze kansen niet aan je voorbij gaan als merk en zorg er derhalve voor dat je de randvoorwaarden tijdig in kan vullen.

PS 1: Mijn vorige blogs gaan over Conseignment en VMI in fashion.
PS 2: FashionUnited Indicia BV faciliteert EDI verkeer met elk van de genoemde retailers.